SV | Maar de kinderen Israels zeiden tot den HEERE: Wij hebben gezondigd; doe Gij ons, naar alles, wat goed is in Uw ogen; alleenlijk verlos ons toch te dezen dage! |
WLC | וַיֹּאמְר֨וּ בְנֵי־יִשְׂרָאֵ֤ל אֶל־יְהוָה֙ חָטָ֔אנוּ עֲשֵׂה־אַתָּ֣ה לָ֔נוּ כְּכָל־הַטֹּ֖וב בְּעֵינֶ֑יךָ אַ֛ךְ הַצִּילֵ֥נוּ נָ֖א הַיֹּ֥ום הַזֶּֽה׃ |
Trans. | wayyō’mərû ḇənê-yiśərā’ēl ’el-JHWH ḥāṭā’nû ‘ăśēh-’atâ lānû kəḵāl-haṭṭwōḇ bə‘êneyḵā ’aḵə haṣṣîlēnû nā’ hayywōm hazzeh: |
Maar de kinderen Israëls zeiden tot den HEERE: Wij hebben gezondigd; doe Gij ons, naar alles, wat goed is in Uw ogen; alleenlijk verlos ons toch te dezen dage!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Maar de kinderen Israëls zeiden tot den HEERE: Wij hebben gezondigd; doe Gij ons, naar alles, wat goed is in Uw ogen; alleenlijk verlos ons toch te dezen dage!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!